Tweede zondag van de Advent

Wegwerkzaamheden

Tweede zondag van de Advent: 5 december 2021
Bijbelteksten: Baruch 5,1-9 | Psalm 126,1-2;2-3;4-5;6 | Filippenzen 1,4-6;8-11 | Lucas 3,1-6


Maak je klaar

Het Oude en Nieuwe Testament samen kondigen de komst van onze Verlosser, Jezus Christus, aan. De lezingen van deze tweede zondag van de Advent leggen de nadruk op de noodzaak ons voor te bereiden op het moment dat wij in zijn aanwezigheid zullen komen. Beginnend met de belofte van verlossing in het Oude Testament, kondigt Johannes de Doper de komst van Jezus aan (Lc 3,1-6). Zijn taak was voorbereid door de prediking van profeten, zoals Baruch (Bar 5,1-9).

Kleedt je aan

In de woorden van Baruch krijgt de stad Jeruzalem menselijke kenmerken als zij wordt opgeroepen om het ‘kleed van ellende en rouw’ af te leggen en ‘de mantel van Gods gerechtigheid’ om te slaan (Bar 5,1-2). In de Bijbel is Jeruzalem de ideale woonplaats, de stad van God. Zou beschouwd is het ook een beeld van ons toekomstige verblijf bij God in de hemel, het hemelse Jeruzalem. Het aardse Jeruzalem is een concrete stad waar het volk Israël gelukkig leefde totdat het door hun vijanden in ballingschap uiteen werd gedreven. Baruch schrijft in een tijd waarin het volk door de bezetters van Jeruzalem in gevangenschap is weggevoerd.

Kleren maken de man (vrouw)

Eerder in zijn Bijbelboek zei Baruch dat Jeruzalem een rouwende moeder was voor haar kinderen in ballingschap. Daarom trekt zij haar rouwjurk aan, haar ‘kleed van ellende’. Kleding drukt de status van de drager uit: eenvoudige gewaden voor iemand die rouwt, mooie kleren voor een persoon van aanzien… In het Oude Testament werd Jozef het gewaad afgenomen dat hem als de favoriet van zijn vader kenmerkte (Gen. 37,3-23) en kreeg hij mooie gewaden als teken dat hij raadsman van de farao was (Gen. 41,42). In het Nieuwe Testament bekleedde de vader zijn verloren zoon met het mooiste gewaad toen deze zich afkeerde van zijn zondige levensstijl (Lc 15,22).  

Wegreparaties

De reden dat Jeruzalem een nieuwe jurk nodig heeft is omdat er dingen gaan veranderen voor haar mensen. Eindelijk verkondigt de profeet een boodschap van hoop! Hij kondigt een einde aan de gevangenschap aan: de mensen van Israël zullen opnieuw samen worden gebracht in Jeruzalem. Te voet werden ze door de vijand weggesleept maar ze komen terug als op een koningstroon gedragen (Bar 5,6). Is het je wel eens opgevallen dat in sommige landen de wegen naar de luchthaven goed worden onderhouden, terwijl andere wegen dringend aan reparatie toe zijn? De plaatselijke bevolking zal je vaak vertellen dat dit werk werd gedaan om een belangrijke bezoeker in het land te verwelkomen. Zo was het vroeger gebruikelijk om de wegen op te ruimen en te repareren zodra men bericht kreeg dat de koning op bezoek zou komen. Mensen te voet kunnen op een slecht onderhouden weg allerlei obstakels omzeilen, maar opdat een groep dienaren een koning waardig op een draagtroon kan vervoeren heb je goede wegen nodig.

Bereid de weg voor de Heer

In de wildernis is er geen gemakkelijke weg. Geen enkel pad is helemaal recht en je moet rotsen, bergen, bossen en valleien doorkruisen. Nu wordt in diezelfde wildernis aangekondigd: ‘Bereid de weg van de Heer, maak zijn paden recht’ (Lc 3,4). De laatste van de profeten, Johannes de Doper, kondigt aan dat onze uiteindelijke Koning, de Heer komt. Meer dan voor welke koning ook moeten wij de wegen voorbereiden voor zijn komst. In deze adventstijd worden we opgeroepen om mee te werken om een weg aan te leggen die ons naar God zal voeren! Het volk Israël zag meestal hun onderdrukker als het probleem dat hun weg naar God versperde. Maar de boodschap van Johannes de Doper is dat je eerst moet kijken naar je eigen gedrag, dat een nog groter obstakel kan zijn!  

Bergen en dalen

Vaak is ons leven een wildernis waar je niet gemakkelijk vooruitkomt, met veel hoogte- en dieptepunten, met bergen en dalen. In de Bijbel zijn bergen en heuvels vaak een teken van arrogantie en verzet tegen God (Jes 2,11-15), net als hoge bomen (Jes 10.33-34). Dalen worden geassocieerd met zonde en dood (2 Kron 28,3). Overigens is dit niet de enige manier om naar deze plaatsen te kijken. Elders in de Bijbel zijn bergen bijvoorbeeld een bijzondere plaats voor de ontmoeting met God (Ex 19,3). Bij zijn wederkomst zal Christus op een berg staan (Zach 14,4). Maar in de oproep van Johannes de Doper moeten de bergen en heuvels worden afgegraven om een weg naar God te creëren. Net zoals bij wegwerkzaamheden gewoonlijk veel grond moet worden verzet, zal ook de oproep tot actie van Johannes werk van jouw kant vragen.

Hoe?

Als je het ernstig meet met je verlangen om de weg voor de Heer te bereiden, is er werk aan de winkel. Natuurlijk is het uiteindelijk Jezus die echt voor ons de weg bereidt die naar God leidt, en hij doet dat uit liefde voor ieder van ons. Maar we kunnen met hem meewerken. Dit begint met een eerlijk onderzoek van je eigen gedrag en gaat verder met het getuigenis van je leven.

Keer je af van zonde 

Als Jeruzalem in de Bijbel wordt aangesproken, spreekt God meestal ook tot ons. Eerder zagen we wat het betekent om rechtvaardig te zijn[>Blog 1]. We lezen dat Jeruzalem wordt opgeroepen om ‘de mantel van Gods gerechtigheid’ om te slaan (Bar 5,2). Om dat te kunnen doen roept Johannes de Doper ons op om ‘berouw te tonen’, om ons af te keren van de zonde en Gods vergeving te ontvangen voor wat we verkeerd hebben gedaan. Deze vergeving ontvangen we op het moment van onze doop (Lc 3,3). Voor alles wat we vanaf dat moment verkeerd deden, kregen we het sacrament van verzoening. Dit sacrament kan je enorm helpen bij het voorbereiden van de weg voor de Heer in deze adventstijd. Ga gewoon naar een priester toe en laat hem je door de stappen leiden. Er is geen reden om het uit te stellen!

Verkondig het Evangelie aan iedereen

Johannes verkondigt de hoopvolle boodschap van de komst van de ‘Koning der koningen’ (Openb 17,14). Jezus is onze Verlosser; Hij zal ons helpen de hindernissen van de bergen van hoogmoed en de dalen van zonde in ons leven te overwinnen. Deze hoopvolle boodschap is gericht tot iedere mens: ‘alle mensen zullen de redding zien die van God komt’ (Lc 3,6). We zijn allemaal geroepen om getuigen te zijn van het Evangelie, allereerst door onze levensstijl. Het is goed om te blijven leren over het geloof, want soms wordt ons ook gevraagd om met kennis en inzicht over onze liefde voor God te spreken (Fil 1,9). Alle gedoopten zijn geroepen om mee te werken aan de missie van de Kerk om het Evangelie aan iedereen bekend te maken, te beginnen met je eigen getuigenis: ‘De Heer verrichtte wonderen voor ons’ (Ps 126,3). De Adventstijd is een ideale tijd om deze roeping opnieuw te ontdekken. Hoe kun je dat nu in je leven doen?